Als je aan Namibië en Botswana denkt, dan denk je waarschijnlijk aan woestijnen, uitgestrekte landschappen, veel wildlife met leeuwen, cheeta's, zebra's, giraffen en vele andere beesten en misschien ook aan Himba's en Bosjesmannen. Alle superlatieven over deze landen heb je waarschijnlijk al wel eens voorbij horen komen en het is allemaal waar. Van half april tot half mei 2014 zijn wij door deze landen gereisd met Riksja Travel. We wensen je veel plezier met lezen van onze Afrikaanse avonturen in Namibië en Botswana
Op reis. Dag 1 & 2, maandag 14 & dinsdag 15 april 2014.
Meestal beginnen onze verre reizen op Amsterdam Schiphol Airport, maar deze keer vertrekken we vanaf Frankfurt International Airport. Om in Frankfurt te komen gaan we vanaf Arnhem met de ICE International. Het is gaaf om mee te maken dat deze trein tussen Köln en Frankfurt op topsnelheid rijdt. Met 300 kilometer per uur langs de Duitse autobahn A3 lijkt het net of alle auto’s stil staan. Het is een soepele reis en zonder problemen of vertragingen komen we op Frankfurt International Airport. We zijn er al vroeg in de middag. Het vliegtuig naar Windhoek vertrekt pas rond 8 uur ’s avonds en we moeten dus nog even wachten. Gelukkig is er genoeg te doen op het vliegveld. We kunnen nog van een echte Duitse schnitzel genieten voordat we in de nachtvlucht naar Windhoek stappen. Na ongeveer 11 uur vliegen landen we rond half 6 ’s ochtends in Windhoek. Het is even dringen bij de douane maar daarna kunnen we vlot met de taxi naar ‘onze’ lodge, Vondelhof Guesthouse, in centrum van Windhoek. Omdat we niet echt goed geslapen hebben in het vliegtuig en we meteen onze kamer in kunnen, gaan we eerst even lekker slapen. Na een paar uur geslapen te hebben, hebben we nog tijd genoeg om Windhoek zelf te verkennen. Windhoek is een stad ongeveer ter grootte van Utrecht met circa 320.000 inwoners en is tevens de hoofdstad van Namibië. Het centrum van de stad, op circa 10 minuten lopen van de lodge, is echter niet spannender dan een gemiddelde provincieplaats in Nederland. Hoogtepunten die we bezocht hebben zijn o.a. Christuskirche, Alte Feste en de Gibeon Meteorite. Wel even opletten met oversteken, in Namibië en Botswana wordt namelijk links gereden. Voordat je het weet lig je onder een auto en zo willen wij onze reis niet beginnen.
Misschien een paar leuke weetjes over Namibië; Namibië is iets meer dan 20 maal zo groot als Nederland en heeft circa 2,1 miljoen inwoners. Het is daarmee één van de dunst bevolkte landen ter wereld. Het is tevens één van de droogste landen van Afrika. Er valt bijna geen regen. De Sossusvlei is samen met Deathvalley in de VS één van de droogste en heetste plekken op aarde.
Eerste verkenning van de Afrikaanse wegen. Dag 3, woensdag 16 april 2014.
Vandaag zal het echt wat spannender gaan worden. Deze dag krijgen wij onze huurauto. ’s Ochtends is er al vroeg (09.00 uur) iemand van de reisorganisatie om ons informatie over de reis en de huurauto te geven. Alhoewel de vrouw al vlot klaar is met haar verhaal moeten we toch nog even op de auto wachten. Uiteindelijk komen ‘ze’ de huurauto pas om kwart over 11 brengen. Wel erg laat, want we moeten deze dag nog ruim 310 kilometer afleggen waarvan het grootste deel over onverharde wegen. Over de auto zelf kunnen we meer dan tevreden zijn. We krijgen een Honda CRV. Een vier-wiel aangedreven auto met meer dan genoeg power om over de gravelwegen te rijden. Rond half één kunnen we dan eindelijk, na ook nog wat boodschappen gedaan te hebben, Windhoek achter ons laten. We zetten koers richting Rehoboth om daar de verharde (asfalt) weg te verlaten en verder te rijden over gravelwegen. Vanaf hier is de weg ook meteen verlaten. Als we die dag nog twee auto’s tegenkomen dan zal het veel zijn.
De lodge waar we naar onderweg zijn ligt op zo’n 35 kilometer van de ingang van de Sossusvlei. Onderweg komen we al diverse hertachtigen en apen tegen. Vanaf 5 uur ’s middags hebben we vanuit de lodge een sundowner. Doordat we de auto laat hebben gekregen en toch wel een grote afstand moesten afleggen komen we rond kwart over 5 aan bij de lodge. Dessert Homestead and Horsetrail Lodge is gewoon een oase in de woestijn. Een prachtig aangelegde lodge midden in de Namib Dessert. Lang de tijd om te genieten hebben we echter niet. Er is voor de sundowner op ons gewacht en we moeten direct overstappen in een safariauto van de lodge. Tijdens deze sundowner kunnen we genieten van een prachtig ondergaande zon over de Afrikaanse Namib Dessert. Onder het genot van een hapje en een drankje staat er vlak voor onze neus een grote Oryx (Spiesbok). Deze kan met zijn hoorns van wel 1 meter 20 gemakkelijk roofdieren van zich af houden. Ook verbazen wij ons over de grote nesten van de Weaverbird in de bomen. Na terugkomst in de logde kunnen we genieten van een lekkere maaltijd en daarna hebben we nog een leuke avond met mensen van het personeel van de logde.
Op de duintop van Sossusvlei. Dag 4, donderdag 17 april 2014.
Deze dag gaat de wekker wel héél erg vroeg. Om kwart over 3 in de morgen worden we al gewekt. Vandaag gaan we één van de meest bijzondere plekken ter wereld bezoeken; de Sossusvlei en de Dodevlei in het Namib Naukluft National Park. Het is maar goed ook dat we zo vroeg zijn vertrokken. Wij staan om 5 's ochtends als nummer vier voor het hek. Om 6 uur 's ochtends als het hek opengaat is de rij al meer dan een kilometer. Vooral 's ochtends vroeg, met de opkomende zon, is de Sossusvlei echt schitterend. Het lichtspel van de zon en de schaduwen over de rode zandduinen betoverde ons helemaal. Dit hebben we nergens anders in de wereld gezien. Uiteraard stoppen we op verschillende plekken om foto's te maken en van het uitzicht en lichtschouwspel te genieten. Eén van de bekendste plekken om te stoppen is bij Dune 45. (De duin heet zo omdat deze simpelweg bij kilometerpaal 45 ligt). Ook wij stoppen hier om deze duin te beklimmen. Deze duin is 'slechts' 170 meter hoog en een paar honderd meter lang, maar met de wandeling naar boven ben je echt wel drie kwartier tot een uur bezig. Naar beneden door het zand rollebollend, wat eigenlijk niet mag, gaat een stuk sneller. Helemaal aan het eind van de Sossusvlei kan je ook nog Big Pappa en Big Mamma beklimmen, maar omdat het al aardig heet is laten we dit aan ons voorbij gaan. Wel laten we ons rondrijden in een terreinwagen door het mulle zand. Onze eigen huurauto had het hier geen 50 meter uitgehouden. Na deze rondrit, waarin we verschillende andere auto's uit het zand getrokken hebben, vertrekken we weer terug naar de ingang van het park. Van hieruit is het nog circa 70 kilometer naar Solitaire en omdat we tijd genoeg hebben, eten we hier nog een hapje.
We hadden vooraf al gelezen dat er naast onze lodge in Solitaire, Solitaire Guestfarm, een opvang zou zijn voor Cheeta's (jachtluipaarden) die je kunt bezoeken: het NCCC (Namib Carnivor Conservation Centre). In het NCCC worden wilde cheeta's opgevangen die bedreigd worden in hun natuurlijke leefomgeving. De katachtige die hier zitten kunnen niet meer in het wild terug uitgezet worden. Direct bij aankomst hebben we geïnformeerd of er nog gamedrives waren het reservaat in. Helaas blijkt zowel de tour van vanavond als die van morgenochtend al volgeboekt te zijn. Dan gaan we maar even relaxen in het zwembad. Toch zijn we teleurgesteld dat we niet mee kunnen met de gamedrive. Deze teleurstelling slaat al snel om in vreugde als er op de kamerdeur geklopt wordt en blijkt dat er een afmelding is voor vanavond. We moeten wel snel zijn want de gamedrive start al over een kwartier. Maar goed dat we dit niet missen. Zodra we door het hek zijn worden we gevraagd uit de auto te stappen en met de gids te voet verder te gaan. Deze gids, die ook biologe is, is 'slechts' gewapend met een stok. We krijgen uitleg van haar dat de cheeta's niet gevaarlijk zijn mits we twee belangrijke regels in acht nemen: Wat er ook gebeurt, nooit je rug naar de kat draaien en ten tweede nooit gaan rennen want dan ben je in één keer een prooi en een speeltje voor deze grote katten. Na een korte wandeling komen we de eerste cheeta al tegen. Vanuit het niets komt deze kat ineens uit de struiken gesprongen en begint naar ons te blazen. We doen toch allemaal, inclusief de gids, een stap naar achteren. Dat is echt even een schrikmoment. Hij blijkt 's ochtends zijn eten gehad te hebben waarvan hij de resten nu verdedigt. Een ogenblik later is hij gelukkig weer rustig en begint van zijn eten te eten. Ook wij vervolgen onze weg. De volgende cheeta die we tegenkomen, genaamd Spartacus, heeft geen zin in bezoek en loopt snel bij ons vandaan. De laatste cheeta's zitten aan het andere eind van het park en hier gaan we dan ook met de auto naar toe. Ook hier stappen we weer uit. Deze cheeta's zijn twee broers wordt ons uitgelegd en zullen waarschijnlijk de rest van hun leven samen blijven. Nadat de zon is ondergegaan, worden we weer teruggebracht naar de lodge. Héél moe maar voldaan gaan we na het eten naar onze kamer en naar bed.
Echte woestijn in het Naukluft National Park. Dag 5, vrijdag 18 april 2014.
Deze ochtend is het nog even bijkomen van gisteren. Wow, wat was zowel de Sossusvlei als het bezoek aan de Cheeta’s in het NCCC hoogtepunten van deze reis. Maar vandaag gaat die reis weer verder. Onze route gaat dwars door het Naukluft National Park richting Walvis Bay. Zoveel verschillende landschappen op één dag hebben wij nog nooit gezien. Van Solitaire tot aan de Gaub River rijden we door een goudgeel woestijnachtig landschap. Tijdens een stop om foto’s te maken struikelen we bijna over een krekel die zo groot is als mijn hand. Zo groot hebben wij ze nog nooit gezien. Na de Gaub River verandert het landschap in, hoe zal ik het zeggen, een soort teletubbie landschap. Erg bizar, maar wonderschoon. De weg blijft hoog waardoor we ons blijven verbazen over het uitzicht. Nadat we de Kuiseb River doorkruist hebben verandert het landschap weer net zo snel. Ineens is het vlak, groeit er niets meer en is de weg kaarsrecht. Dit is de ‘echte’ woestijn.
Bij de enige rotsformatie, de Vogelfederberg, die deze woestijn rijk is maken we een korte plaspauze. Van hier af is het nog circa 80 km door de gortdroge woestijn. We rijden met het overige verkeer mee in ‘een treintje’ richting Walvis Bay. Al snel valt het op dat de naald van de snelheidsmeter 120 km/uur aangeeft op deze gravelweg. Dat kun je je in Europa niet voorstellen, met 120 km/uur over een onverharde weg. Op deze manier zijn we wel vlot in Walvis Bay. Hier aangekomen zoeken we aan de kust een plekje om onze zelf meegenomen lunch op te eten. We genieten van het uitzicht op de flamingo’s en van ons broodje. Ver is het niet meer naar onze eindbestemming van vandaag. We volgen de weg langs de kust naar het noorden. Van Walvis Bay naar Swakopmund is ongeveer 40 kilometer. Het blijft raar om te zien dat de (Atlantische) oceaan direct overgaat in een zandwoestijn. In Swakopmund belanden we in een leuke en kleinschalige lodge, Meike’s Guesthouse, dat door een Duitse vrouw gerund wordt. Aan het eind van de middag maken we van de tijd gebruik om nog een rondje door het plaatsje te lopen. ’s Avonds eten we heerlijk in een Italiaans restaurant.
Kajakken langs de zeehondenkolonies. Dag 6, zaterdag 19 april 2014.
’s Ochtends vroeg vinden wij ons ontbijt bij onze deur. Dit betekent dat wij weer eens vroeg ons bed uit zijn. Rond half 8 worden wij in de haven van Walvis Bay verwacht voor een kajaktocht door de lagune van Pelican Bay. Onze gids van de dag, Craig van Namibia Kayak Tours, staat al op de parkeerplaats op ons te wachten. Snel stappen we over in zijn auto en neemt hij ons mee in de richting van Pelican Point. Onderweg krijgen we uitleg over de wildlife die in dit gebied leeft, maar ook wat de ecologische gevolgen van de zoutwinning zijn in dit gebied. Onderweg stoppen we verschillende keren om foto’s te kunnen maken van o.a. flamingo’s. Ook komen we onderweg een schitterende zadeljakhals tegen die op het strand struint naar voedsel. Dit levert een paar geweldige foto’s op. Maar goed dat we met de auto van Craig zijn. ‘Onze’ huurauto zou, ondanks dat het een fourwheeldrive is, nooit door het mulle zandstrand zijn gekomen. Op het strand liggen verschillende kolonies zeehonden. Bij de vuurtoren van Pelican Point liggen de kajaks al klaar. Ondanks dat het weer goed is, het is zo’n 25 graden Celsius en licht bewolkt, trekken we toch beschermende kleding aan tegen de zon.
Ook heeft Craig een waterdichte tas voor mij zodat ik mijn camera mee kan nemen. Craig roeit met ons mee op de tocht en al snel zien we dolfijnen vlakbij onze kajak. Als we terug langs de kust roeien wemelt het al snel van de, veelal jonge, zeehonden rond onze kajak. Voor, achter, links, rechts, onder en zelfs op onze kajak spelen de zeehonden. Speels wordt er in de peddels gehapt door deze leuke dieren. We weten niet waar we moeten kijken. Waar we ook naar toe peddelen, de zeehonden blijven achter ons aankomen. Helaas komt er ook weer een einde aan deze tocht. Terug op het strand krijgen we van Craig nog een lunch aangeboden. Honger hadden we wel gekregen van deze kajaktocht en verorberen de goed belegde broodjes. Daarna brengt Craig ons weer terug naar onze auto vanwaar we terug naar Swakopmund rijden. ’s Middags bezoeken we in Swakopmund een paar bezienswaardigheden waaronder het tot hotel verbouwde treinstation. Uiteraard mag een zonsondergang vanaf de pier van Swakopmund niet ontbreken. Werkelijk waar schitterend om de zon in de oceaan te zien zakken. Vanuit de lodge hebben ze voor ons ’s avonds een restaurant gereserveerd. Het blijkt een simpel maar goed steakhouse te zijn waar we uiteindelijk besluiten om lekkere gamba’s te bestellen.
Skeleton Coast & Cape Cross. Dag 7, zondag 20 april 2014, eerste paasdag.
Op deze eerste paasdag heeft de vrouw des huizes uitgepakt met een luxe paasontbijt. In plaats van een Engels ontbijt, wat we tot nu toe overal gehad hebben in Namibië, krijgen we een onvervalst Duits ontbijt. We laten het ons goed smaken. Voordat we Swakopmund verlaten tanken we de auto nog een keer helemaal af. Volgens de reisbeschrijving komen we de komende dagen namelijk geen tankstation meer tegen. We besluiten een ‘kleine’ omweg te maken en plannen een extra stop bij Cape Cross. Dit is het punt waar in 1484 de Portugees Diego Cão in Namibië aan land ging. Ter herinnering hieraan staat er een groot kruis. Het oorspronkelijke kruis is later overgebracht naar Berlijn, waar het in het museum voor oceanografie staat.Dit is vervangen door een replica. Nu is Cape Cross een reservaat voor Kaapse Pelsrobben. Ze liggen hier in grote getale. Tijdens de paartijd kunnen hier tot wel 200.000 dieren liggen. Wat ons vooral bij zal blijven aan Cape Cross is het helse kabaal en de enorme stank van deze pelsrobben.
Als we terugrijden naar de afslag het binnenland in snappen we waarom dit Skeleton Coast heet. Overal liggen half vergane schepen langs en op het strand. Als we bij het plaatsje Uis komen hebben we de tank van de auto inmiddels alweer voor driekwart leeggereden. Toch maar op zoek naar een tankstation. Gelukkig hebben ze nog benzine bij het enige tankstation dat nog open is in dit gehucht. Als we de auto voltanken komen er meteen allerlei verkopers van stenen op ons af. Met een beetje moeite wimpelen we ze af en vervolgen we onze weg. Een paar kilometer verder komen we een verkeersbord tegen dat we in Europa niet kennen: overstekende olifanten. Toch maar een foto van maken. Dit zijn misschien wel de enige olifanten die we tegenkomen deze reis. Een uur verder gebeurt het ongelofelijke: er steekt er een kudde olifanten voor onze auto de weg over. Bij Twijfelfontijn vinden we onze lodge. In de ‘middle of nowhere’ staat er weer een luxe resort waar we de nacht kunnen doorbrengen.
In de wildernis. Dag 8, maandag 21 april 2014.
Vandaag hebben we niet zoveel haast. Toch ben ik vroeg mijn bed uitgekomen om de zonsopgang boven de vallei van Twijfelfontijn te fotograferen. Omdat we vandaag maar een kleine afstand hoeven af te leggen maken we van de tijd gebruik om zowel de rotstekening als het Damaraland Living Museum te bezoeken. De rotstekeningen, eigenlijk zijn het geen tekeningen maar graveringen, kunnen niet gedateerd worden. De schattingen lopen uiteen van 2.400 tot 6.000 jaar oud. Het is verbazingwekkend dat er naast de bekende leeuwen en andere wilde dieren ook tekeningen zijn van walvissen en pinguïns. En dat een paar honderd kilometer uit de kust. We snappen nu wel waarom het hier Twijfelfontijn heet. Ooit was hier namelijk een waterbron waarvan ze niet wisten wanneer en hoeveel water deze gaf. Vandaar de naam Twijfelfontijn. In het Damaraland Living Museum maken we kennis met de ‘oude’ Bushmencultuur. We leren hoe er vuur gemaakt wordt, hoe zij onderhandelen met andere stammen door middel van een soort dobbelstenenspel en uiteraard traditionele dansen. Als souvenir kopen we een houten leeuwtje met vacht van Jakhalshuid. Onderweg naar Grootberg komen wij twee boeren op een ezelkar tegen. Omdat dit weer zo'n uniek fotomoment is zijn we gestopt en hebben we gevraagd of we een foto van hun mogen maken. Dit is uiteraard geen probleem. Het enige wat ze graag willen als vergoeding is (drink)water. We geven ze allebei een liter water mee.
Langzaam aan gaat de weg omhoog. We blijven klimmen totdat we uiteindelijk bovenaan de Grootberg Pass staan. Hier moet ook onze lodge ‘ergens’ zijn. Naast de weg staat een jongeman met een papier in zijn hand waar onze namen op blijken te staan. We zijn dus op de juiste plek. Hij geeft aan waar wij onze auto kunnen parkeren en roept door zijn portofoon iemand op om ons op te komen halen. We hebben het gevoel dat ons weer iets bijzonders staat te wachten en dat is ook zo. Met een grote terreinwagen worden we opgehaald en naar de lodge boven op de berg gebracht. Wow, wat een uitzicht hebben we hier over de achtergelegen vallei. Het doet de naam Grootberg Lodge eer aan. In de vallei gaan we morgen op neushoornjacht. (Uiteraard alleen maar om foto's van het dier te 'schieten'). Weer een super locatie waar we terechtgekomen zijn. Aan het eind van de middag worden we uitgenodigd om met een gids mee te gaan naar de sleepout. De sleepout is een klein tentenkamp midden in de rimboe op ongeveer een half uur tot drie kwartier rijden van de lodge. Hemelsbreed is het niet verder dan ongeveer 5 tot 7 kilometer van de lodge, maar omdat het terrein redelijk onbegaanbaar is duurt de rit zo lang. Het tentenkamp ligt echt midden in de rimboe en de voorzieningen zijn minimaal. De douche is niet meer dan een zak op het vuur verwarmd water onder een boom met een rieten afscheiding. Omheining heeft het kampje niet en de wilde dieren kunnen zo het kamp in. ’s Avonds genieten we lekker van de braai met nog twee andere gasten en de twee gidsen. Eenmaal in bed zijn we al luisterend naar alle geluiden van de natuur in slaap gevallen.
Rhinotracking. Dag 9, dinsdag 22 april 2014.
Het begint routine te worden deze reis, maar deze ochtend worden we alweer heel vroeg gewekt. Om 4 uur ’s ochtends zijn we al terug bij de lodge en hebben we ons ontbijt. Vandaag gaan we diep de wildernis van Damaraland in opzoek naar de neushoorn. Om 5 uur vertrekken we in de open safariauto. Het is nog wel erg koud en we verstoppen ons onder warme dekens. Na ongeveer een uur rijden verlaten we de grote weg en hebben we alleen maar paadjes waar we overheen rijden. Hier maken we een eerste stop. Van onze gids van vandaag, Gerson, krijgen we uitleg over de Rhinotracking. Gerson legt ons uit dat we tot een bepaald punt met de auto kunnen rijden. Vandaar uit gaan er twee trackers op pad om een spoor van de neushoorns te zoeken. Voor ons zal dit vooral wachten betekenen. Zodra de trackers een spoor hebben gevonden, zullen zij ons dat laten weten en dan gaan wij dat spoor volgen. Ook legt hij uit wat we moeten doen als we roofdieren (grote katten) tegenkomen. We krijgen hetzelfde advies als in het NCCC; wat er ook gebeurt, nooit gaan rennen! Van hieruit rijden we verder naar de plek waar we niet verder kunnen. Onderweg zien we een dode impala in een boom hangen die daar vermoedelijk door een luipaard is opgegeten. Gezien de staat van het karkas is dit al langere tijd geleden gebeurd. We bereiken de plek waar de trackers op zoek gaan naar een spoor van de neushoorns. Voor ons begint een periode van wachten. Na ongeveer anderhalf uur neemt Gerson, onze gids, ons mee naar een hoger gelegen punt waar we een fantastisch uitzicht hebben over de vallei. In de verte spotten we een kudde giraffen. Ze zijn duidelijk geen mensen gewend en gaan ons snel uit de weg. Van de trackers horen we nog niets. Na een paar uur wachten neemt Gerson ons weer mee terug naar de auto waar we een lunch krijgen. Hier gaat het wachten weer verder. Met andere gasten spelen we om de tijd te doden o.a. ‘ik zie, ik zie wat jij niet ziet’ en meer van dat soort spelletjes. Uiteindelijk komen de trackers terug bij de auto. Het is hun niet gelukt om vandaag een spoor van de neushoorns te vinden. Dit is dus ook Afrika. Het lukt niet altijd om het wildlife te zien dat je graag wilt zien. Van hier gaan we terug naar de lodge. We hebben wel geluk dat we onderweg nog een kudde olifanten tegenkomen. Voordat het donker wordt neemt Gerson ons weer mee terug naar de sleepout waar we wederom van een lekkere braai kunnen genieten.
Gluren bij de Himba buren. Dag 10, woensdag 23 april 2014.
Halverwege de nacht word ik door Irene wakker gemaakt omdat ze wat hoort buiten de tent. Tuurlijk Irene, ga lekker slapen. Ik maak gelijk gebruik van de mogelijkheid om een bezoek aan het toilet te brengen. Hiervoor moet ik wel 50 meter door het donker van de tent naar het toilet afleggen. Bij terugkomst schijn ik nog wat met de zaklamp rond, maar ik zie niets. Als zij ’s ochtends vertelt wat ze gehoord heeft wordt ze eerst uitgelachen door de gidsen maar al heel snel blijkt dat Irene het goed gehoord heeft. ‘s Nachts is een kudde olifanten langs het kamp getrokken. Overal, ook in het kamp, staan voetstappen van olifanten. Ik heb dus waarschijnlijk tussen de olifanten gelopen toen ik ’s nachts naar het toilet geweest ben! Na het ontbijt worden we teruggebracht naar de lodge waar we onze spullen en auto weer ophalen en onze reis vervolgen. In Kamanjab maken we een stop om na drie dagen de auto weer af te kunnen tanken. Dat voelt toch wel goed om met een volle tank weer rond te rijden. Eén van de leukste ervaringen met spontane contacten hebben we hier bij het tankstation van Kamanjab. Tijdens het tanken hebben wij ‘zomaar’ een gesprek met een local. Terloops heeft hij naar onze namen geïnformeerd en op het moment dat wij afscheid van hem willen nemen, laat biedt hij ons twee notenhouten sleutelhangers aan waar hij, zonder dat wij het doorhadden, onze namen in heeft gegraveerd. Wat een slimme manier van verkopen, zonder maar op enig moment opdringerig te zijn. Natuurlijk kopen wij bij hem ‘onze’ sleutelhangers.
Van hier af is het nog maar een klein stukje tot de volgende lodge, Gelbingen Safari Lodge,waar we dan ook net na lunchtijd arriveren. Na een paar drukke dagen is het wel lekker dat we een poosje kunnen relaxen bij een zwembad en een boekje kunnen lezen. Helaas komen we er hier ook achter dat de eigenaresse van de lodge niet echt netjes met haar personeel omgaat. Uiteraard weten we niet alle ins en outs maar om je personeel voor rotte vis uit te maken, in het bijzijn van gasten, hoeft voor ons ook weer niet. Aan het eind van de middag hebben we een bezoek gepland staan bij een Himba dorp dat vlak naast de lodge ligt. De Himba’s maken een timide indruk op ons. Al snel blijkt ook waarom. Deze mensen moeten binnen één maand het dorp verlaten omdat de grond verkocht is. Waar zij naar toe moeten weten ze nog niet. Als de tour door het dorp klaar is pakken alle Himba’s plotseling al hun spullen en bouwen een markt om ons heen. Hier voelen we ons toch wel ongemakkelijk bij. Omdat we ze niet teleurgesteld achter willen laten kopen we een souvenir bij hun. Ik besluit om bij het allerjongste kindje van de stam iets te kopen. Het wordt een houten giraf. Irene koopt een armband en halsketting. Wij zijn de enige gasten in de lodge. omdat er niets te doen is gaan we na het avondeten naar ons huisje. Het blijft wel een vreemde gewaarwording dat de Himba’s geen elektriciteit, geen warm en koud stromend water hebben en ons huisje van al deze luxe is voorzien.
Dorstige zebra’s in Ethosa. Dag 11, donderdag 24 april 2014.
Als we nog niet het gevoel zouden hebben dat we in Afrika zijn, dan moet dat vandaag wel komen. Eén van de grootste en beroemdste wildparken van zuidelijk Afrika gaan we vandaag en morgen bezoeken: Etosha National Park. Etosha is met 22 duizend vierkante kilometer ongeveer half zo groot als Nederland. In het oosten van het park ligt de Etosha zoutpan en is ongeveer 8.400 vierkante kilometer groot. Hier leven o.a. leeuwen, luipaarden, olifanten, neushoorns, giraffen, zebra’s, blauwe gnoes, impala’s, oryxen en nog heel veel andere diersoorten. Om over vogels nog maar niet te spreken. Volgens de reisbeschrijving ‘moeten’ we het park via de Anderson Gate, die in het zuiden van het park ligt, binnengaan. Dit is vanaf de lodge nog ongeveer drie en een half uur rijden. De eigenaresse van de lodge adviseert ons om het park via de Galton Gate, die in het westen van het park ligt, binnen te gaan. Dit is vanaf de lodge ongeveer 45 minuten rijden. Hier besluiten wij dan ook af te wijken reisroute en het advies van de lodge te volgen en Etosha binnen te gaan via de Galton Gate. Dit is geen verkeerde keus. Al voordat wij bij de gate zijn komen we het eerste wild tegen als er ineens giraffen naast de weg staan.
Dit is een goed voorteken voor vandaag. Bij de gate moeten we met wat plichtplegingen formulieren invullen en de toegang betalen. Omdat we net na de regentijd het park bezoeken is het behoorlijk groen en is er voldoende voedsel en water voor de dieren. We zullen behoorlijk ons best moeten doen om de dieren te zien. Toch zien we behoorlijk veel. Als snel steken zebra’s voor onze neus de weg over. Er is ook geen gebrek aan giraffen, impala’s, gnoes en diverse soorten andere antilopen. Helaas laten de grote katten nog op zich wachten. In de middag komen we ook nog een grote olifantenstier tegen. Deze is toch wel wat groter dan de exemplaren die wij in de dierentuin zien. Met een maximum snelheid, in het park, van 45 km/uur duren de 260 kilometer van de Galton Gate naar het Halali Rest Camp toch behoorlijk lang. We moeten voor 6 uur ‘s middags ‘binnen’ zijn anders gaat het hek dicht. Om iets voor 6 rijden we dan ook het camp binnen, net op tijd. Voordat we gaan eten besluiten we om met zonsondergang naar het uitzichtpunt op het Waterhole te gaan. Helaas zien we hier geen dieren. In de regentijd is er extreem veel regen gevallen en er is dus voedsel genoeg.
Nu wel de neushoorn. Dag 12, vrijdag 25 april 2014.
Midden in een wildpark ga je uiteraard weer vroeg op pad. Voordat het licht wordt zitten we al aan ons ontbijt en niet veel later alweer in de auto. Deze dag besluiten we het anders aan te pakken en kiezen we een paar waterholes uit waar langere tijd willen kijken wat er gaat gebeuren. Voordat we hier zijn, rijden we een poosje parallel aan de Etosha Pan. Op de route langs Okerfontein zien we vanuit de verte al dat er een aantal auto’s bij elkaar stil staat. Meestal betekent dit dat er iets bijzonders is te zien. Wat ons drie dagen eerder tijdens de Rhinotracking niet gelukt is lukt vandaag wel. We staan oog in oog met twee breedlip (zwarte) neushoorns. Geweldig om deze, met uitsterven bedreigde, dieren in hun natuurlijke leefomgeving te zien! We beseffen heel goed dat dit een speciaal moment is. Na hier een poosje van genoten te hebben besluiten we verder te gaan. We stoppen o.a. bij de waterholes van Klakheuvel en Chudob. Vooral bij die laatste was veel activiteit. Het is bijzonder om giraffen te zien drinken. Met hun voorpoten helemaal wijd zodat ze met hun kop bij het water kunnen. Ook knobbelzwijnen, jakhalzen, gnoes en andere dieren komen hier van het water drinken.
De grote katten blijven ook vandaag goed verscholen zitten. Bij Namutoni maken we, na geluncht te hebben, de afweging of we nog een rondje langs Klein Namutoni maken of dat we naar de uitgang gaan en de route gaan zoeken naar de lodge. We besluiten om richting de lodge gaan. Achteraf gezien is dit de verkeerde keuze omdat we ’s avonds in de lodge horen van mensen dat zij bij Klein Namutoni die middag leeuwen hebben gezien. Jammer. Voordat we bij onze lodge aankomen maken we nog een stop bij Otjikoto Lake. Dit is het grootste natuurlijke meer van Namibië. Het is 100 bij 150 meter groot en ongeveer 75 meter diep. Dit meer is vooral bekend omdat in de eerste wereldoorlog Duitse soldaten hun wapen en munitie in het water gooiden om het uit handen van hun tegenstanders te houden. Dit ligt tot op de dag van vandaag op de bodem van het meer. Als we dan eindelijk in onze lodge komen, blijken we in een waar sprookje terecht te komen. Uris Safari Lodge is heel sfeervol en romantisch ingericht. Het is best wel lekker om na twee intensieve dagen even bij te komen en te relaxen. ’s Avonds genieten we van een heerlijk diner en wisselen we ervaringen uit met andere reizigers in de lodge.
Klik met de Bushmen. Dag 13, zaterdag 26 april 2014.
Wij gaan vandaag onze eerste Koningsdag anders vieren dan dat de meeste mensen in Nederland. En voor de verandering hoeven we een keer niet voor dag en dauw ons bed uit. 's Ochtends nemen we dan ook wat meer de tijd om op te starten. Na het ontbijt hebben we nog even de gelegenheid om van de schitterende tuin te genieten voordat we dit sprookje weer achter ons laten. De volgende lodge is ‘slechts’ twee en een half uur rijden en ligt ongeveer 35 kilometer ten noorden van Grootfontein. In Grootfontein doen we snel nog een paar boodschappen voordat we doorrijden naar de lodge. In de Fiume Lodge worden we al opgewacht omdat we ’s middags met gids Jörn een bezoek gaan brengen aan een living museum waar de San leven. De San zijn van oorsprong een volk dat leeft van de jacht. Zij zijn het enige volk ter wereld dat dat spreekt in een kliktaal. Er zijn maar twee blanke mensen op de wereld die ook de kliktaal spreken en onze gids Jörn is daar één van. Jörn is in Nederland te zien geweest in het televisieprogramma Drie op reis van BNN waarin hij Chris Zegers ook een rondleiding heeft gegeven. Vanaf de lodge is het ongeveer anderhalf uur rijden naar het living museum.
Van Jörn krijgen we eerst uitleg over de geschiedenis van de San en de problemen waar dit volk in de moderne maatschappij tegen aanloopt. Het is fascinerend om te ervaren hoeveel dit volk van de natuur afweet. Welke planten hun van medicijnen kunnen voorzien, van welke plantenwortels ze kunnen drinken en uiteraard hoe ze vuur maken. Het zou enorm jammer zijn als deze kennis om in de droge Afrikaanse savanne te kunnen overleven, verloren zou gaan. Na alle uitleg is het tijd om samen met de San activiteiten te gaan ondernemen. Irene wordt door de vrouwen uitgenodigd om samen sieraden te gaan maken van struisvogeleieren en ik ga met de mannen op jacht. Ik voel mij met mijn 1 meter 80 en 85 kilo wel wat ongemakkelijk tussen deze ‘mannetjes’ van 1 meter 60 en hooguit 50 kilo. Om met de mannen op jacht te gaan heb ik wel eerst een pijl en boog nodig anders kan ik geen dieren ‘vangen’. Dus maak ik samen met de leider eerst een boog een daarna twee pijlen. Vervolgens gaan we ‘echt’ op jacht en mag ik mijn pijl en boog uittesten op een nep koe. Alsof ik nooit anders doe schiet ik mijn eerste pijlen meteen raak, wat natuurlijk meer geluk dan wijsheid is. De mannen zijn helemaal hysterisch en ik moet in het dorp blijven. De dag sluiten we af met traditionele dansen voordat we terug gaan naar de lodge. ‘Mijn’ pijl en boog neem ik als ‘jachttrofee’ mee terug naar Nederland en Irene heeft haar eigen zelfgemaakte sieraden.
Langs de Rivier. Dag 14, zondag 27 april 2014.
De komende dagen hebben we het programma iets minder vol zitten. De etappe van vandaag gaat van Grootfontein naar Rundu en is circa 220 kilometer. Het valt dus wel mee voor vandaag. Rundu is het begin van de Caprivistrook. Onze lodge, de n'Kwazi River Lodge, ligt iets ten noordoosten van Rundu aan de Okavanko River op de grens met Angola. Het is even lastig om de lodge te vinden. Vanaf de grote weg is de lodge goed aangegeven. Maar het landweggetje, dat ons naar de lodge moet leiden, houdt bij de uit zijn oevers getreden rivier op. Na drie keer de weg op en neer te zijn gereden snappen we er niets meer van. Toch maar even vragen bij een man de naast de weg zit. Deze man blijkt de parkeerwachter te zijn van de lodge waar we naar toe gaan. Hij legt ons uit dat de lodge nu niet per auto te bereiken is door de hoge waterstand van de rivier. Bij hem kunnen wij onze auto parkeren en hij laat de watertaxi ons ophalen bij de parkeerplaats. Stel je bij de watertaxi niet teveel voor! Acht lege plastic tonnen met daaroverheen een houten dek. Op dit houten dek staat een partytent met drie oude keukenstoelen waar we op kunnen zitten. Dit alles wordt aangedreven door een oude buitenboord motor. Een erg stabiele indruk maakt het niet, maar een andere keus hebben we niet om bij de lodge te komen. De lodge zelf is basic qua voorzieningen, er is bijvoorbeeld alleen tussen 17:00 en 22:00 uur elektriciteit, maar de lodge is wel schitterend aangelegd. De middag gebruiken we om een beetje te relaxen en een boekje te lezen. De eigenaresse van de lodge komt ’s middags bij ons informeren of we nog in zijn voor een activiteit. Activiteiten die ze organiseren zijn o.a. riviercruise en villagewalk. Wij kiezen ervoor om de villagewalk te gaan doen.
Rond 4 uur ’s middags worden we weer met de gammele watertaxi opgehaald en afgezet bij de parkeerplaats. Hier staat het dorpshoofd al op ons te wachten. We zijn enigszins verbaasd over zijn nette voorkomen, hij draagt een driedelig kostuum met nette schoenen eronder, aangezien het een hele arme streek is. Hij vertelt ons al snel dat het vandaag zondag is en hij ook een rol in de plaatselijke kerk heeft en dat hij daarom zo netjes aangekleed is. Hij neemt ons mee naar de twee nederzettingen op ongeveer tien minuten lopen. Hier zien we dat de lokale bevolking wel echt arm is. De cultuur is in onze ogen erg ‘ouderwets’: de man is verantwoordelijk voor de bouw van het huis en verder doet hij niets. Werken op het land, eten bereiden, kleding wassen en de kinderen verzorgen zijn allemaal taken van de vrouw. Ook uithuwelijking is hier orde aan de dag. We hebben een gesprek met twee jonge jongens van ongeveer 16 à 17 jaar oud. We worden in hun hutje uitgenodigd en zij vertellen ons over hun aanstaande huwelijk en dat ze het behoorlijk spannend vinden. Ze laten ons zelfs een foto zien van hun aanstaande bruid. Het gaat er hier behoorlijk anders aan toe als in ‘onze’ westerse wereld. Om de jongeren enigszins perspectief te bieden worden er in het weekend voetbaltoernooitjes georganiseerd. Samen met het dorpshoofd gaan we ook nog even kijken voordat hij ons weer terug brengt naar de watertaxi. De lodge mag dan enigszins basic zijn, maar het diner is dat allerminst. Vooral de Kuduschnitzel, die echt overheerlijk is, zal ons lang bijblijven. Tijdens het eten word ik door het personeel getipt dat er ’s avonds vaak een muskejaal kat langs komt. Deze kat, die ongeveer net zo groot is als een normale huiskat, is niet heel zeldzaam maar wel heel schuw waardoor deze kat zelden gezien wordt. Na het diner wordt een bakje eten klaar gezet en ik stel mijn camera en flitser op. Na ongeveer twintig minuten laat de kat zich voor het eerst zien en begint voorzichtig uit het bakje te eten. Tot mijn verbazing is deze kat niet bang van mijn flitser en ik kan een paar mooie foto’s maken van dit schuwe beestje.
Huttentocht met de locals. Dag 15, maandag 28 april 2014.
Evenals het diner van de vorige dag is het onbijt vandaag overheerlijk. Het eten in n’Kwazi River Lodge is fantastisch. Na dit ontbijt laten wij ons met de watertaxi terugbrengen naar de parkeerplaats. Hier wacht ons wederom een aangename verassing. De parkeerwachter heeft om zijn tijd te ‘doden’ de auto’s van de gasten van de lodge gewassen. Na zo’n 2.500 a 3.000 kilometer over onverharde wegen was ‘onze’ auto ook wel aan een wasbeurt toe. Als dank geven we de parkeerwachter een leuke fooi mee. De vorige dag hadden we bij Rundu al getankt dus konden we onze weg vlot vervolgen door de Caprivistrook richting Divundu. Met zo’n 185 kilometer is het is maar een kort stukje van Rundu naar Divundu. Voordat we vlak bij Divundu opzoek gaan naar de volgende lodge besluiten we nog even te tanken bij het tankstation en te kijken of we hier een lunch kunnen halen. In het winkeltje worden we met de Afrikaanse realiteit geconfronteerd: er is niets. De winkel is, op wat rijstzakken na, leeg. Dit is dus ook Afrika. Dan maar door naar de lodge die circa tien kilometer van Divundu ligt. Het contrast, tussen de lege winkel die we gezien hebben en de Nunda River Lodge, kan niet groter zijn. In deze lodge hebben we weer alle luxe. We besluiten om de villagewalk, die voor de avond gepland staat, te verplaatsen naar de middag zodat we ’s avonds met de bootcruise op de rivier mee kunnen. Later zal blijken dat we hier geen spijt van krijgen. Eerst maar even op de kamer, of beter gezegd de luxe tent, installeren. Weer een bijzondere plek: onze tent staat helemaal aan het water naast een nijlpaardenroute.
Dat gaat nog spannend worden komende nacht. Eerst maar even een sandwich bij het restaurant regelen voordat we op villagewalk gaan. Na de lunch staat David, onze gids van vanmiddag, al op ons te wachten. Samen met hem gaan we op pad. Ook hier bestaat het ‘dorpje’ uit slechts drie hutjes met een omheining. Samen met de bewoners, een oudere man en vrouw met een stuk of drie jonge kinderen, gaan we gaan we gierst malen voor o.a. brood, pap en bier. Ook hier wordt het zware werk door de vrouw gedaan. Hier wordt de vrouw wel door de man begeleid met muziek en zang. De man bespeelt een wat apart instrument waarmee hij het geluid van een nijlpaard nadoet. Hoe hij het geluid uit het instrument krijgt is mij nog steeds niet duidelijk, maar het klinkt daadwerkelijk als een echt nijlpaard. Dit was werkeljk een leuke ontmoeting met de lokale bevolking. Als wij terug zijn bij de lodge is het tijd om op riviercruise te gaan. Gelukkig is deze boot van een wat betere kwaliteit als de watertaxi van gisteren. Dat mag ook wel want we hopen o.a. krokodillen en nijlpaarden te gaan zien. Maar voordat we deze dieren gaan zien zetten we eerst koers richting de Poppa Falls. Wie denkt spectaculaire watervallen te gaan zien komt toch een beetje bedrogen uit, want het zijn niet meer als wat stroomversnellingen. Als de boot de andere kant op vaart komen we de eerste nijlpaarden al tegen. Iets verderop ligt een forse krokodil van de ondergaande zon te genieten. Voordat we er goed en wel foto’s van kunnen maken is deze krokodil onze aanwezigheid al zat en verdwijnt onder water. Aan het einde van de cruise worden we beloond met een kudde nijlpaarden in het water. De boot gaat op een plekje liggen vanwaar we mooie foto’s kunnen maken. Vooral het mannetje is erg actief in het beschermen van zijn kudde. Om de haverklap komt hij met zijn bek uit water om te imponeren. Met dit tafereel nemen we afscheid van de dag als we de zon achter de rivier onder de horizon zien zakken. Wow.
Olifanten hoofdstad. Dag 16, dinsdag 29 april 2014.
Onze tent ligt echt naast een nijlpaardenroute, want als ik ‘s nachts mijn bed uit ga voor een bezoek aan het toilet, staat er een nijlpaard naast onze tent. Nijlpaarden zijn met de malariamug de dodelijkste dieren van Afrika. Gelukkig hoef ik de tent niet te verlaten om naar het toilet te gaan en ik ga daarna maar weer snel in mijn bed liggen. Vandaag gaan we de grens over naar Botswana. Omdat het vanaf Divundu naar Kasane (Botswana) met circa 430 kilometer best een stuk rijden is en wij al vroeg verwacht worden omdat wij ook hier een riviercruise gaan maken op de Chobe River, vertrekken wij op tijd. Onderweg steken duizenden witte vlinders de weg over en veel eindigen helaas hun leven op de voorruit van onze auto. Als we bij Katima Mulilo tanken, maken we tevens de voorruit maar even schoon. We worden al rond half 2 ’s middags verwacht in Kasane, maar al snel merken we dat we dat niet gaan redden. Vooral bij de grensovergang Ngoma Border zijn we veel tijd kwijt. Zowel aan de Namibische als aan de Botswaanse kant kost het veel tijd om langs de immigratiedienst te komen. Aan de Botswaanse kant wordt ook de auto binnenstebuiten gekeerd. Al het voedsel of ander dierlijk materiaal mogen we niet meenemen. Gelukkig hebben wij ons leeuwtje, dat we in Twijfelfontijn hebben gekocht, goed verstopt en deze wordt dan ook niet gevonden.
Uiteindelijk kunnen we onze weg vervolgen naar Kasane. Omdat de routebeschrijving niet heel duidelijk is, is het even zoeken naar de lodge. Rond 3 uur ’s middags komen we aan bij Kubu Lodge. Tijd om te genieten van deze schitterend aangelegde lodge aan de Chobe River hebben we niet want we worden, nadat onze koffers naar onze huisje gebracht zijn, gelijk meegenomen voor de riviercruise. Chobe is de olifantenhoofdstad van de wereld. In dit gebied leven meer dan 35.000 olifanten. Lang hoeven wij niet te wachten. Al snel zien we de eerste kuddes dikhuiden langs de kant van de rivier. Maar ook ander wild als kudu’s, impala’s, nijlpaarden en krokodillen krijgen we te zien. En dat alles vlak voor ons neus. Helaas laten de grote katten zich ook hier weer niet zien. Onze gids en bestuurder ziet al snel dat er een olifantenbull het ruime sop kiest. Olifanten zijn verassend goede zwemmers. Was gisteren de zonsondergang mooi. Deze hoeft er niet voor onder te doen. Langzaam zakt de zon weg achter de rivier terwijl wij genieten van de olifanten die in de Chobe River verkoeling zoeken.
Chobe National Park. Dag 17, woensdag 30 april 2014.
Voordat de zon op is zijn wij al op. Gisteren hebben we Chobe National Park vanaf de Chobe River bewonderd. Vandaag gaan we dat doen vanuit een safariauto. Voor half 6 ‘s ochtends zitten we al in de open auto. Nu merken we pas goed dat het winterseizoen hier begonnen is. Wat is het koud in de open auto. Temperaturen van een paar graden boven het vriespunt. Goed, tegen de tijd dat de zon opkomt bereiken we de ingang van het Chobe National Park en is de temperatuur wat aangenamer. Aangezien we nog geen grote katten (leeuwen) hebben gezien, zouden we deze wel heel graag willen zien. We zien veel impala’s, kudu’s, olifanten en ander groot wild. Vanaf een hoog gelegen punt hebben we prachtig uitzicht over de Chobe River en Namibië. Hier kunnen we ook even ‘veilig’ de safariauto uitstappen. Het lijkt erop dat het vandaag met de leeuwen weer niet gaat lukken. Op het moment dat de chauffeur en gids willen gaan besluiten om terug naar de lodge te gaan, komt over de portofoon het verlossende bericht dat de leeuwen gevonden zijn. Gaat het toch nog gebeuren deze reis. Het blijkt nog wel een kwartiertje rijden te zijn vanaf onze huidige positie.
Iedereen springt snel terug de auto in en we zetten koers naar de leeuwen. Bij de leeuwen aangekomen blijkt het behoorlijk dringen te zijn om een goede plek te vinden. Er staan zeker 15 safariauto’s. Wij vinden ook een goede plek en we zien bijna een kill onder ons neus gebeuren. Het varken kan maar net ontkomen aan de klauwen en bek van de leeuw. Wow, het is ook gelijk spannend. Op het moment dat we weer willen vertrekken zien we dat er aan de andere kant van het pad drie welpjes in de struikjes liggen. Die hadden alle andere mensen in de andere safariauto’s ook nog niet gezien. Na dit hoogtepunt vertrekken we weer richting de lodge. We zijn net op tijd terug om het laatste restje van het ontbijt mee te pikken. Dat is maar goed ook wat we hebben behoorlijk trek gekregen. Met alle activiteiten, een bootcruise en een safari, tot nu toe hebben we nog helemaal geen tijd gehad om van deze schitterende lodge te genieten. We hebben een prachtig houten huisje op palen met uitzicht over de rivier. We besluiten dat we deze dag niet veel meer gaan doen en even onze rust pakken. We gaan nog wel even naar Kasane zelf toe waar we wat boodschappen doen en even rondneuzen. ’s Middags liggen we lekker in het zwembad en kunnen we even helemaal ontspannen.
De lucht in. Dag 18, donderdag 1 mei 2014.
Er is er één jarig, hoera, hoera. Dan kun je wel zien dat is Irene. Irene viert vandaag haar 29e verjaardag. Helaas kan ik haar geen ontbijtje op bed (laten) brengen, maar even voor haar zingen maakt haar ook al blij. Na het ontbijt pakken wij al. onze spullen weer in. We gaan vandaag de grens over naar Zimbabwe om naar de Victoria Falls te gaan. Omdat onze huurauto niet mee mag de grens over laten we deze hier achter. We worden door een transfer opgehaald en naar de grens gebracht. Dit is echt een belevenis op zichzelf. Bij de grens staat al iemand op ons te wachten die ons gaat helpen de grens over te steken. Dat mag ook wel want het is hier vreselijk druk en een gigantische chaos. Onze gids vraagt ons onze paspoorten zodat hij de benodigde stempels kan halen bij de immigratiedienst. Normaal geven wij nooit zomaar onze paspoorten af, maar ik zou geen idee hebben hoe wij door deze chaos heen zouden moeten komen. We geven op hoop van zegen onze paspoorten af en de man verdwijnt in de drukte. Als dit maar goed komt? Na ongeveer drie kwartier komt de man weer tevoorschijn en hij heeft warempel alle stempels in onze paspoorten die nodig zijn om binnen te komen. Hij neemt ons mee naar zijn auto en we rijden met hem Zimbabwe in. We krijgen meteen de vraag of we ’s middags nog iets willen gaan doen. De man heeft een folder met wat er allemaal te doen is rond de Victoria Falls. We schrikken wel van de prijzen. Alles is schrikbarend duur en het moet in Amerikaanse dollars betaald worden.
Zomaar even wat uit de prijslijst: bungeejumpen $150,-- p.p. Op de foto met leeuwen $110,-- p.p. Vijftien minuten vliegen over de Vic Falls met een helikopter $ 150,-- p.p. en nog de nodige andere activiteiten. We hebben slechte verhalen gehoord over de verzorging en mishandeling van de leeuwen en het lijkt ons onnatuurlijk om met ze op de foto te gaan. Bungeejumpen heb ik al wel eens gedaan en Irene wilt dit niet doen. Vliegen over de Vic Falls is wel erg duur maar we hebben van andere mensen gehoord dat dit wel echt de moeite waard is. Omdat Irene jarig is, en ik nog geen cadeautje voor haar had, en we hier waarschijnlijk maar één keer in ons leven zullen zijn, kiezen wij ervoor om te gaan vliegen over de Vic Falls. De chauffeur gaat direct voor ons bellen. We krijgen meteen te horen dat onze vlucht om half vier ‘s middags gaat en dat we om 3 uur opgehaald worden bij de lodge. We hebben dus even de tijd om ons te installeren en op te frissen in de lodge. Amadeus Guesthouse is een kleine maar hele gezellige lodge aan de rand van het dorpje. Om klokslag 3 uur staat diezelfde chauffeur weer bij onze logde om ons op te halen. Op het kleine vliegveldje aangekomen blijkt dat alles hier hyper modern is. De helikopter is vrij nieuw en ziet er, op het oog onberispelijk, uit. Pas als we over de Vic Falls vliegen, zien hoe immens deze watervallen zijn. 1.700 meter breed en 120 meter diep. We zijn hier aan het begin van de droge periode en er valt nu zo’n 700 miljoen liter water per minuut naar beneden. Aan het einde van de droge periode kan dit teruglopen tot 50 miljoen liter water per minuut. Na een aantal achtjes vliegen over de watervallen zit het kwartiertje er al weer op. Het was kort en heel duur maar wel een bijzondere manier om Irene haar verjaardag te vieren. Om wat geld te besparen besluiten we ’s avonds niet uit eten te gaan en een simpele burger in de lodge te eten.
De rook die dondert. Dag 19, vrijdag 2 mei 2014.
Om half 6 ’s ochtends staat er al weer een taxi voor de lodge op ons te wachten. Deze had ik de avond hiervoor al geregeld. Eén van mijn wensen is om de Victoria Falls met zonsopkomst te fotograferen. Het is jammer dat we het National Park van de watervallen nog niet in kunnen. De chauffeur neemt ons mee naar het luxe Victoria Falls Hotel. We zijn geen gasten van dit hotel, dus de chauffeur regelt voor ons dat wij de tuin in kunnen. Achter in de tuin van het hotel hebben we, van een afstand, uitzicht op de watervallen. Men zegt vaak dat zonondergangen mooi zijn, maar dit is een van mooiste zonsopgangen die ik ooit gezien heb. Als de zon wat hoger staat brengt de chauffeur ons terug naar de lodge. Precies op tijd zijn wij terug voor het ontbijt. Even lekker eten en daarna wel naar het Victoria Falls National Park. De taxi’s zijn vrij prijzig, $ 15,-- per rit, dus besluiten we om er naar toe te gaan wandelen. Het is ongeveer een half uurtje wandelen van de lodge naar de watervallen. Na 250 meter wandelen gaat het al hopeloos fout als ik niet oplet en met mijn hoofd vol tegen een verkeerbord aanloop. We kunnen direct terug want het bloed gutst van mijn hoofd. In de lodge blijkt dat de schade meevalt en met een grote pleister kan het al snel opgelost worden. Poging twee gaat gelukkig een stuk beter en na een half lopen zijn we bij de ingang van het park.
Onderweg proberen verschillende mensen om lokale valuta te verkopen. Leuk om te zien, een biljet van 20 miljard, maar het heeft volgens mij een waarde van niets. Bij de ingang van het park wordt ons gevraagd of wij in euro’s willen afrekenen. Ze zitten hier in Zimbabwe echt om harde valuta verlegen. Gelukkig heb ik wat contante euro’s bij me en het is geen probleem om in ‘harde’ valuta te betalen. Nu merk je pas echt hoeveel water er naar beneden valt. We waren er al voor gewaarschuwd, maar het water gaat echt met donderend geweld naar beneden. Nu snappen we ook waarom de watervallen door de locals 'De rook die dondert' genoemd worden. In sommige gedeelten van het park is het net alsof je met kleren aan onder de douche staat. Ik heb al veel watervallen gezien in mijn leven maar deze zijn zeker de spectaculairste die ik ooit gezien heb. Als we het park weer verlaten zijn we compleet doorweekt. Erg is dit niet, want we moeten een half uur terug naar de lodge wandelen en het is echt meer dan 35 graden. Bij terugkomst in de lodge zijn we dan ook weer helemaal opgedroogd. 's Avonds is het tijd voor feest en ontspanning. Van de lodge hadden we het advies gekregen om in het 'The Boma Restaurant' te gaan eten. Dit is echt een avond uit met lekker eten, muziek, zang en dans. Naast de gebruikelijke gerechten als kip, vis, rund en lamsvlees op de braai zie ik ook gerechten met o.a. sprinkhanen. Dit lijkt mij toch iets minder lekker, maar Irene heeft ervan gegeten. De avond eindigt met swingende dans op opzwepende Afrikaanse muziek, heerlijk.
Even bijkomen. Dag 20, zaterdag 3 mei 2014.
Vanochtend kunnen we uitslapen. We worden pas tegen 11 uur opgehaald om weer terug naar de Kubu Lodge in Botswana gebracht te worden. 's Ochtends blijven we dan ook lekker bij het zwembad liggen. Even ontspannen en een goed boek lezen. Bij de grensovergang gaat het weer op precies de zelfde manier als toen we Zimbabwe binnen kwamen. Het is er nog steeds druk en chaotisch. Ook nu geven we onze paspoorten, met wat meer vertrouwen, weer af en na ruim een half zijn alle formaliteiten geregeld en kunnen we Botswana weer in. Voor de rest van de dag hebben we niets meer gepland staan. We genieten in alle rust van de tuin van de lodge. Aan het eind van de middag is het zo rustig dat kleine hertachtigen zo dicht bij ons in de buurt durven komen dat ze uit de hand van Irene komen eten. Een hele mooie ervaring. Het is wel erg lekker om in zo’n druk programma een rustdag te hebben.
Zouthappen. Dag 21, zondag 4 mei 2014.
Pechduiveltjesdag vandaag. Het begint al vroeg. Omdat we vandaag een grote afstand moeten afleggen, zo'n 420 kilometer en al op tijd bij de volgende lodge moeten zijn, hebben we geregeld dat we al om 7 uur ’s ochtends kunnen ontbijten. Als we bij het restaurant komen zit alles nog potdicht en we zullen toch echt tot half acht moeten wachten. Tijd goedmaken zit er vandaag echter niet in. Voordat we willen vertrekken moeten we nog brandstof hebben voor de auto. Er blijkt een storing bij het tankstation te zijn zodat er maximaal één liter per minuut getankt kan worden. Aangezien we meer dan 35 liter nodig hadden, weet je hoe lang we hier gestaan hebben. Goed, met inmiddels ruim anderhalf uur vertraging kunnen we eindelijk Kasane achter ons laten. Niet dus! Na ongeveer 750 meter stapt er een politieman de weg op en maant ons tot stoppen. Wat blijkt, ondanks het feit dat we al buiten de bebouwde kom zijn geldt er een snelheidslimiet van 60 km/uur en de kentekenterroristen hebben ons 'geklokt’ op 71 km/uur. We krijgen een bekeuring van omgerekend 35 euro. Deze moeten we wel gaan betalen op het politiebureau van Kasane. Voor het politiebureau moeten we tien kilometer terug rijden. Nou daar hebben we geen zin in en geen tijd voor. We regelen uiteindelijk dat we de bekeuring ter plekke kunnen voldoen. Uiteraard wel met een bewijs dat we betaald hebben. Het is nog ruim 375 kilometer rijden naar Gweta en het is inmiddels al 9 uur geweest. Op een klein incident met de wegenkaart na, de wegenkaart vloog uit het raam met het verwijderen van een insect, ging de rit naar Planet Baobab vlot.
Hier gaan we weer iets gaafs beleven. We gaan met een quad naar de zoutpan om daar te overnachten in een tentenkamp. Wederom een sleepout. Na aankomst in de lodge wordt ons al snel duidelijk dat het quadrijden en de sleepout niet doorgaan. Het heeft de afgelopen periode te veel geregend waardoor er met de quads teveel schade aangericht zou worden aan de zoutpan. Heel begrijpelijke reden maar we vinden het wel erg jammer. Dit was namelijk één van de activiteiten waar we echt naar uitgekeken hebben. We krijgen wel een gamedrive met een gids naar de zoutpan toe. Dan krijgen we de zoutpan in ieder geval wel te zien. Eerst maar even kijken welke huisje we krijgen. We krijgen een prachtig, echt Afrikaans, huisje toegewezen. Wat ons meteen opvalt is dat het huisje 2 éénspersoonsbedden bedden heeft. Nou gebeurt dit wel vaker alleen staan de bedden hier wel erg ver uit elkaar. Als we goed en wel geïnstalleerd zijn worden we al opgehaald voor de Gamedrive naar de Ntwetwe Pan. Onze gids van vandaag is een nogal excentrieke dame van midden dertig. Onderweg krijgen we van haar uitleg over van alles wat we tijdens de route zien. Paardeigenaren binden bijvoorbeeld de voorpoten aan elkaar vast zodat de paarden niet weg kunnen lopen tijdens het grazen. Het gebied is zo uitgestrekt dat paarden nooit meer teruggevonden worden. Na ongeveer anderhalf uur hobbelend en bobbelend door de wildernis komen we aan de rand van de zoutpan. Onze gids rijdt met de safariauto een klein stukje de zoutpan op om te laten zien dat het echt onverantwoord is om hier nu met quads op te gaan rijden. Aan de rand van de zoutpan komen we de leukste beestjes tegen van wat we tot nu toe gezien hebben in Afrika. De stokstaartjes. Deze diertjes zijn zeer sociaal en heel erg nieuwsgierig. We kunnen ze tot wel twee meter benaderen. Het lijkt er wel op dat de stokstaartjes ‘gewoon’ voor ons staan te poseren. Met de inmiddels laagstaande zon levert dit een aantal mooie foto’s op. Voordat we weer vertrekken moeten we uiteraard ook de ‘standaard’ foto’s van onszelf nemen op de zoutpan. Tegen de tijd dat we weer terug zijn bij de lodge is het inmiddels donker geworden. Morgenochtend een nieuwe kans om de baobabboom te fotograferen.
Weer de lucht in. Dag 22, Maandag 5 mei 2014.
Het is wel even wennen om zover uit elkaar te slapen in één en de zelfde ruimte. Dat is lang geleden geweest. Wat hier wel een voordeel is, is dat Irene er niets van heeft gemerkt dat ik al voor zonsopgang mijn bed uit ben om de baobab boom te gaan fotograferen. Deze bomen kunnen een stamomtrek hebben van 30 meter of meer en wel 1.000 jaar oud worden. Gisteren waren we te laat terug om deze boom met ondergaande zon te kunnen fotograferen. Daarom nu maar met de opkomende zon. Ook heel mooi. Na het ontbijt laten we ook deze plek weer achter ons. Onze volgende bestemming is Maun aan de rand van het Moremi Game Reserve. Het is iets meer dan 200 kilometer van Gweta naar Maun en we zijn dus al voor de lunch bij de Discovery Lodge. Deze lodge wordt gerund door de Nederlanders René en Marije. Hun lodge ligt een kilometer of tien buiten Maun aan de Thamalakane River en het is best prettig om even wat Nederlanders tegen te komen en Nederlands te kunnen praten. Eén van de beste manieren om het Moremi Game Reserve te verkennen is per vliegtuig. Via René en Marije laten we voor het eind van de middag een rondvlucht reserveren met Kavango Air over het park.
Om enigszins op de uitgaven te blijven letten reserveren we met 5 personen het vliegtuig. Op het vliegveld in Maun komen we er achter dat de bankpas van Irene niet meer werkt. Gelukkig kan ik met mijn pas nog wel betalen. Even iets om uit te zoeken voor de volgende dag. Ook erg opvallend was dat we door de metaaldetector heen moesten en dat we ons water af moesten geven. Frappant dat deze regels ook al gelden voor rondvluchten boven een natuurgebied. Met zes personen, inclusief piloot, zit je wel een beetje krap. Maar is het zeker de moeite waard. De vlucht duurt ongeveer een uurtje en we zien heel veel. Veel dieren zijn vanuit de lucht goed te zien. We zien o.a. giraffen, olifanten, impala’s, kudu’s en we zien voor het eerst buffels. Deze laatste horen samen met de leeuwen, luipaarden, olifanten en neushoorns tot de zogenaamde big five. Nu hebben we alleen het luipaard nog niet gezien van de big five. Helaas is niet mogelijk om goede foto’s te maken vanuit het vliegtuig, maar genoten hebben we er zeker van. Het uur is veel te snel voorbij. Als we terug in de lodge zijn, krijgen we een uitnodiging om met René en Marije en een aantal andere Nederlanders, weliswaar op eigen kosten, samen ergens te gaan eten. Een leuke afsluiting van weer een bijzondere dag.
Naar de Maqwee Gate en terug. Dag 23, dinsdag 6 mei 2014.
Voor vandaag hebben we geen geplande activiteiten staan, maar dat wil niet zeggen dat we het rustig aan gaan doen. Na het ontbijt eerst maar even kijken of wij de problemen met de bankpas van Irene kunnen oplossen. Op advies van René gaan we naar een café met internet in Maun. Gelukkig blijkt er niet zoveel aan de hand te zijn. Vermoedelijk was er een storing bij de bank in Nederland waardoor door de pas niet werkte. Omdat we toch internet hadden hebben we van de mogelijkheid gebruik gemaakt om met het thuisfront te skypen. Leuk om onze familie weer eens te kunnen spreken. Overigens hebben ze bij dit café ook heerlijke koffie of thee met gebak. We genieten ervan. ’s Middags willen we toch, voor zover het mogelijk is, het Moremi Game Reserve in. Om het park zelf in te kunnen heb je een echte fourwheeldrive nodig met een low gearing. Deze hebben we niet, maar het is al interessant genoeg om tot aan de Maqwee Gate (zuid ingang) van het park te rijden. Vanuit de logde is het ongeveer twee uur rijden naar de gate. Na een 15 kilometer gaat de weg over in een gravelweg en na nog eens 20 kilometer komen we Buffalo Fens tegen. Dit is een barrière om vee en wild van elkaar gescheiden te houden. Niet veel later nemen we de afslag richting de gate.
Vanaf dit punt kunnen we weer allemaal wild tegen gaan komen. Van Marije kregen we het advies om in het park met de ramen open te rijden. Dan kun je het wild ook horen. We zien hier giraffen, olifanten, zebra’s, impala’s, kudu’s en verschillende soorten vogels. Op een gegeven ogenblik hebben we een spannend moment als vlak voor de auto een grote olifantenstier de weg oversteekt. Midden op de weg blijft hij stil staan, draait zich naar de auto toe en begint met zijn oren te klapperen en te trompetteren. Iedereen die iets van olifanten af weet, weet dat de olifant nu een signaal afgeeft. Het signaal dat het verstandig is om uit zijn buurt te blijven. Onze auto is geen partij tegen deze olifant en ik zet de auto dan ook in z’n achteruit en rijd langzaam terug. Met de ruimte die wij tussen ons en de olifant creëren hopen we dat dit opgewonden standje weer wat rustiger wordt en weer doorloopt de bush in. Gelukkig gebeurt dit ook. We wachten nog even af totdat de olifant ver genoeg de bush in is en daarna vervolgen ook wij weer onze weg. Bij de gate aangekomen kunnen we niet meer verder en we moeten via de zelfde weg weer terug. We hebben zoveel gezien onderweg dat dit geen straf is. Ook op de terugweg zien we genoeg. Grappig om te zien zijn met elkaar knuffelende giraffen. Bij de Thamalakane Safari Camp Lodge hebben we de dag met een heerlijk en een wat luxer diner de dag afgesloten.
Dobberend door de delta. Dag 24, woensdag 7 mei 2017.
’s Ochtends na het ontbijt worden wij opgehaald door een gids om met een Mokoroboot door de Okavango Delta te gaan varen. Grappig is dat hij ons meeneemt naar de lodge / restaurant waar we gisteren gegeten hebben. Van hieraf gaan we de Okavango Delta in. De Okavango Delta is de uitmonding van de Okavango River. Dit is de enige plek ter wereld waar een (grote) rivier niet in zee uitmondt. Hier mondt de rivier namelijk uit in de Kalahari woestijn. Hierdoor wordt 15.000 vierkante kilometer woestijn voorzien van water. Dit levert een van de meest bijzondere natuurgebieden ter wereld op. Voordat we in de Mokoroboot kunnen stappen gaan we eerst met een gemotoriseerde boot een groot stuk stroomopwaarts. Het is ongeveer anderhalf uur varen naar het dorpje waar we kunnen overstappen in het Mokorobootje. Onderweg is er genoeg te genieten en we stoppen o.a. bij een poel waar krokodillen liggen op te warmen in de ochtendzon. Als we in het dorpje aankomen zien we hoe slim de mensen omgaan met het beperkte aanbod van toeristen. De toeristen worden namelijk keurig netjes verdeeld over de Mokorobootjes. Wie gisteren toeristen heeft rondgevaren heeft vandaag geen toeristen. Het principe van marktwerking kennen ze hier niet, het is marktverdeling. Voordeel voor de plaatselijke bevolking is dat dus iedereen kan mee profiteren van het toerisme in plaats van het recht van de sterkste. Volgens mij kunnen wij hiervan in Nederland nog wat leren.
Uiteindelijk krijgen we een gids met een Mokorobootje toegewezen. De gids laat ons in zijn Mokoro stappen en we merken meteen hoe onstabiel deze bootjes zijn. Bij iets wiebelen kan de boot al omslaan. Al snel laten we het dorpje achter ons en kunnen we genieten van de heerlijke stilte. Geruisloos varen we door het water. We hebben wel respect voor onze gids die met een lange stok de Mokoro voortduwt. Het kost hem veel kracht om de boot vooruit de duwen. Door het hoge gras en onze lage positie in de boot hebben we geen idee waar we naar toe gaan. Na ongeveer een uur varen duwt onze gids ‘ineens’ de Mokoro de kant op. Tijd voor een bushwalk. We worden meegenomen de bush in van de Okanvago Delta. Lopend hebben we behoorlijk wat beter zicht dan zo laag in zo'n bootje. Ineens zien we ook weer veel wild.Vanuit het bootje was dit niet te zien. We kunnen vrij dicht bij olifanten komen, alhoewel we na onze ervaring van gisteren toch wat afstand houden. Ook zebra's, gnoes, giraffen en veel vogels komen we tegen. Deze bushwalk is zwaar. Het is ruim boven de 30 graden en de luchtvochtigheid is hoog. Het water dat we bij ons hebben is al snel op. Maar het is het zeker waard voor wat we allemaal zien. Gelukkig voor ons zit er een lunch bij deze bushtrip inbegrepen. Bij terugkomst bij de Mokoro laten wij ons deze lunch dan ook goed smaken. Op de terugweg in de Mokoro is het nog even oppassen. We komen onderweg nijlpaarden tegen. Deze hebben nog wel eens de nijging om de Mokoro bootjes om te kiepen. Onze gids weet ons echter uit de buurt te houden van de nijlpaarden. Als we terug in het dorpje komen ligt de motorboot al te wachten zodat we terug gebracht kunnen worden naar onze lodge. 's Avonds is het gezellig als we met een aantal andere Nederlanders onder het genot van een hapje en een drankje de dag afsluiten.
Dwars door de Kalahari. Dag 25, donderdag 8 mei 2014.
Vanuit Maun gaat de 'terugreis' naar Windhoek beginnen. De weg die wij hiervoor zullen volgen is de zogenaamde Trans Kalahari Highway, dwars door de Kalahari woestijn. Eigenlijk is de Kalahari geen woestijn maar een savannelandschap. Veel lage stuiken met her en der een boom. Voordat we uit Maun vertrekken maken we nog een stop bij hetzelfde café waar we eergisteren ook even gezeten hebben om nog een lekkere kop koffie of thee met een gebakje naar binnen te werken. Aan de overkant van de weg is een soort van marktje waar allemaal tafel- en wandkleden verkocht worden. Leuk om nog even een kijkje te nemen. Je voelt hem al aankomen dat we hier een mooi kleed kopen om mee te nemen naar huis. Dan gaan we echt de Trans Kalahari Highway op. Omdat Windhoek in één dag veel ter ver is, hebben we een overnachting geboekt vlak bij Ghanzi. Op een paar kleine plaatsjes na komen we onderweg ook echt niets tegen op een enkele tegenligger na. De kans is groot dat het of een toerist of een vrachtwagen is. Bij Ghanzi logeren we in het Thakadu Bush Camp. Het huisje dat we krijgen lijkt wel van papier-maché. Volgens mij als je tegen een wand aan valt of slaat ga je er zo door heen. Ook apart is de gekozen kleur. De huisjes zijn zowel van binnen als buiten roze. Bijzonder.
Na een wandeling over het terrein komen we Nederlanders tegen die we eerder deze reis ook al ontmoet hebben. We worden door hen uitgenodigd om mee te gaan op een bushwalk. Er is nog plek over tijdens de bushwalk dus mogen wij mee, leuk. De gids neemt ons mee het park in. Hier komen we bij een bushmenfamilie terecht. Van deze familie krijgen we weer leuke lessen om in de Kalahari te kunnen overleven. Toch wordt het een woestijn genoemd omdat er in de Kalahari heel weinig regen valt en het ontzettend droog is. De bomen en planten die hier groeien hebben het opslaan van water tot een kunst verheven. Van deze familie gaan we leren hoe we drinkwater kunnen halen uit de planten. Het blijkt niet eens zo heel moeilijk te zijn. Bepaalde planten worden uitgegraven en de wortels worden geschaafd. Deze geschaafde wortels worden vervolgens helemaal uitgeknepen. Het vocht dat hier uitkomt is drinkbaar. Wow, wat simpel en effectief. Uiteraard moeten we hierna samen met de familie ook nog even vuur maken. Zo gaat er langzaam aan echt een einde komen aan deze reis.
Terug naar Windoek. Dag 26, vrijdag 9 mei 2014
Vandaag gaat het dan toch echt gebeuren. We moeten weer terug naar Windhoek. Vanaf Ghanzi is het met 540 kilometer nog best een stuk rijden naar Windhoek en we moeten hierbij de grens van Botswana met Namibië nogmaals oversteken. We vertrekken dan ook op tijd vanuit Ghanzi. Na ongeveer een uur rijden komen we bij de grensovergang Buitepos van Botswana naar Namibië. Aan de Botswaanse kant van de grens is alles in een mum van tijd geregeld. Aan de Namibische kant duurt het allemaal net even wat langer. Onverwachts moeten we ook nog een belasting voor onze huurauto betalen. Dit vinden we toch een beetje vreemd omdat de auto op een Namibisch kenteken staat. Maar goed er is geen ontkomen aan. We moeten deze belasting betalen anders komen we het land niet in. Als uiteindelijk alle plichtplegingen en formaliteiten zijn gedaan kunnen wij onze weg weer vervolgen. Onderweg gebeurt er niet veel opzienbarends. Helaas lukt net niet om een overstekende varaan te fotograferen. Verder is de weg lang en recht. Aan het eind van de middag en ruim op tijd komen we weer aan bij de lodge waar we bijna vier weken geleden ons avontuur gestart zijn. Nadat we ons op onze kamer geïnstalleerd hebben, brengen we de auto terug naar het verhuurbedrijf. Het blijkt toch even zoeken waar het verhuurbedrijf precies zit. Het is een aantal keren heen en weer rijden. Vooraf hadden we wat horrorverhalen gehoord dat het verhuurbedrijf er alles aan zou doen om de borg niet terug te hoeven te betalen, maar bij ons niets van dat alles. Alles is vlot geregeld en ik krijg keurig netjes een bewijs dat we de auto weer schadevrij hebben ingeleverd. De man van het verhuurbedrijf brengt ons terug naar de lodge in 'onze' eigen huurauto. Toch wel vreemd als de man ons afzet en je ziet 'jouw' auto zo de hoek omrijden. 's Avonds gaan we nog een laatste keer op pad voor Afrikaanse gerechten in een goed restaurant in Windhoek. Nog één keer lekker oryx eten.
Terug naar Huis. Dag 27 & 28, zaterdag 10 & zondag 11 mei 2014.
Meestal is de dag dat je terug naar huis vliegt een dag van wachten en vandaag is dat niet anders. 's Ochtends gaan we nog even het centrum van Windhoek in om ons laatste Afrikaanse geld uit te geven. Het is echt even leuk om nog rond te kijken bij wat marktkraampjes die er speciaal voor de toeristen staan. We komen terecht bij een aantal Himba vrouwen. Irene koopt bij hen nog wat sieraden en armbandjes en ik koop op het laatste moment nog een mooi houten nijlpaard. De rest van de middag brengen we in het zwembad van de lodge door. Rond 5 uur 's middags worden we opgehaald en naar het internationale vliegveld van Windhoek gebracht. Onze vlucht vertrekt precies om half acht richting Frankfurt. Ook dit is weer een prettige vlucht. Het is geen verkeerde keus geweest om met Air Namibia te vliegen. Het blijkt echt een goede luchtvaartmaatschappij te zijn. Om stipt 8 uur 's ochtends zet de piloot het vliegtuig in Frankfurt weer aan de grond. We zijn vlotjes door de douane heen en anderhalf uur later kunnen we al met de ICE International mee naar Arnhem. In Arnhem is het een korte overstap op de IC naar Veenendaal de Klomp en daar worden we al opgewacht door familie. Zo komt er een einde aan 28 dagen fantastische Afrikaanse avonturen. We zijn terug thuis.